This article was part of FORUM+ vol. 28 no. 1, pp. 2
Mag ik een gedachte met u delen? Net zoals waarschijnlijk velen onder u verbaas ik me over de grote behoefte van mensen om zich luidkeels hoorbaar te maken en daarvoor de straat op te gaan of de sociale media te gebruiken. Er zit boosheid achter, miskenning en een grote overtuiging van het eigen gelijk. Iedereen heeft het erover dat politici en andere beleidsmakers beter zouden moeten luisteren naar deze mensen. Ik denk oprecht dat er naar deze mensen inderdaad te weinig geluisterd is. Velen onder hen hebben eerder hun verhalen, hun pijn, hun onmacht ingeslikt, omdat ze niet het idee hadden dat hun mening ertoe deed.
Maar onlangs realiseerde ik me: het gaat er niet om dat er beter geluisterd moet worden naar deze mensen; er is iets anders aan de hand. Binnen het systemische denken waarin regels en protocollen leidend zijn geworden is mensen iets afgepakt, waardoor ze niet anders meer kunnen dan anoniem of zichtbaar voor iedereen hun stem verheffen in de publieke of semipublieke ruimten. Wanneer je niet het idee hebt dat je werkelijk mag meedenken, mag meebeslissen, mag mee-ontwikkelen; wanneer je niet ziet hoe jouw denken zich vertaalt in beleid, omdat je daarin niet gekend wordt of omdat de vertaling van denken in handelen zo ingewikkeld is geworden dat ook de experts er zelf in verdwaald geraken, dan beslis je om maar gewoon overal luidkeels tegen te zijn.
Wat mensen onmogelijk is gemaakt, is het vermogen om zelf vorm te geven binnen de domeinen van het leven waar het ertoe doet: samen leven, zorgen voor elkaar, liefhebben, sterven. Aan de basis van dit vormgevende vermogen ligt de kracht van betekenisgeving, de kracht van verhalen, de kracht van verbeelding, de kracht van kunst. Ons vormgevende vermogen is ons vermogen om vanuit inzicht te handelen en de gemeenschappelijke wereld vorm te geven die Hannah Arendt ons ‘publieke domein’ noemt, een begrip dat we tegenwoordig vaak tegenkomen als common space. Hier gaat het om: ervaren hoe jouw denken en verbeelden jouw handelen sturen, en hoe van daaruit een gezamenlijke wereld kan ontstaan waarin je jezelf herkent.
De Duitse filosoof Christoph Mencke (°1958) maakt een onderscheid tussen kracht en vermogen. Kracht is wat voorafgaat aan vermogen. Kracht noemt hij voor-subjectief. Het is het veld waarin we onze menselijkheid herkennen, los van de subject-posities die we in ons dagelijks leven innemen. Kunstenaars gloriëren in het toelaten en luisteren naar deze kracht en geven er vorm aan. Soms omdat ze vanuit zichzelf niet anders kunnen, soms omdat ze dat in het kunstonderwijs hebben geleerd. Kunstenaars zijn in staat om ons in verbinding te brengen met deze kracht. In hun vormgevende vermogen slagen ze erin om ons te laten zien hoe het ook kan, wat er ook mogelijk is. Steeds meer zien we hoe kunstenaars dit vermogen om vorm te geven willen delen, vanuit hun gevoeligheid voor de verbinding tussen het ware en het schone. Zie bijvoorbeeld de prachtige titel van het in oktober 2020 gepresenteerde boek van de Nederlandse kunstenaar Merlijn Twaalfhoven: Het is aan ons: Waarom we de kunstenaar in onszelf nodig hebben om de wereld te redden.
Kan de kunstenaar ons leren de kunstenaar in onszelf te ontdekken en meer plek te geven? En kunnen de beleidsmakers ons dan meer ruimte geven om van daaruit te handelen, zodat we ook zelf vorm kunnen geven aan bureaucratische processen, aan de zorg voor onze dierbaren, aan samen eten buitenshuis, aan de inrichting van steden en platteland? De bijdragen in dit winternummer van FORUM+ nodigen alvast uit om over deze thema’s na te denken. Misschien hoeven we dan minder de straat op, minder tegen te zijn, minder tegenover elkaar te staan.