Dit artikel verscheen in FORUM+ vol. 31 nr. 2, pp. 50-55
In deze ruimte van FORUM+ deel ik mijn eerste artistieke resultaten na afloop van mijn doctoraatsproject Een onscherp aftasten.1 Voor dat onderzoek dook ik in artistieke en theoretische vraagstukken waarbij ik de betekenis en rol van een mogelijke onscherpte in de beeldhouwkunst verkende en vergeleek met de meer vertrouwde fotografische verschijningsvormen. Herinnering en geheugen vormden hierbij de kern daar ze onlosmakelijk verbonden zijn met onze waarneming en interpretatie van het onscherpe.
De hier getoonde beelden zijn autonoom in hun ontstaansproces en resultaat. Toch dragen ze de onmiskenbare sporen van de onderzoeksvragen en conclusies uit het doctoraatsproject. Het beeldessay presenteert een reeks experimentele foto's van nieuwe sculpturen, geboren uit flarden van herinneringen en gevoed door analoge fotofragmenten uit de jaren 1970 en 1980. Onorthodoxe versmeltingen van autobiografische sporen, herinneringen en fantasieën flirten met elkaar en misleiden de waarneming en interpretatie. De visuele onscherpte dwingt niet maar doet suggesties.
De beelden hebben een driedelige focus: de foto als autonoom artistiek product, de afgebeelde sculptuur van de kunstenaar, en de referentie naar de fotofragmenten waaruit de sculpturen deels voortvloeien of waarop ze voortbouwen. De nieuw gegenereerde foto's repliceren de oorspronkelijke fotofragmenten, waardoor de cirkel rond is.
Deze foto's overstijgen hun archiverende functie en bieden een nieuwe blik op de sculpturen, met een gelaagde onscherpte die vervat zit in zowel de sculptuur, haar scenografische context als de fotografische registratie.
+++
Anton Cotteleer
is beeldend kunstenaar en doceert Beeldhouwkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen. In 2023 behaalde hij een doctoraat in de kunsten aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten / ARIA / Universiteit Antwerpen.
Noten
- Een onscherp aftasten, Koninklijke Academie voor Schone Kunsten / ARIA / Universiteit Antwerpen, 2019-2023. ↩