This article was part of FORUM+ vol. 24 no. 2, pp. 3
‘The theme you play at the start of a number is the territory, and what comes after, which may have very little to do with it, is the adventure!’ – Ornette Coleman
‘Het onderzoek in de kunsten mist een epistemologie’ stelde cultuur- en mediatheoreticus Giaco Schiesser tijdens een van de onderzoeksseminaries die het Antwerp Research Institute for the Arts (ARIA) afgelopen academiejaar organiseerde. Wanneer epistemologie de kennisleer is die de oorsprong, aard en reikwijdte van onze kennis nagaat, betekent dit dat het onderzoek in de kunsten zijn kennisgebied niet… kent. De ‘discipline’ weet niet hoe het weet en waar de grenzen van haar kennisdomein liggen. Bijgevolg is het resultaat volgens Schiesser geen geschreven tekst, zelfs geen afgewerkt kunstwerk mét een obligaat begeleidend tekstje. De uitkomst van een onderzoek in de kunsten is letterlijk een artefact: een artificieel feit, dat alleen maar tot stand komt als een effect (art-effect) en een affect (art-affect). Kortom, de resultaten van het artistiek onderzoek zijn hoogst singulier en subjectief.
Wat kan de kunst dan weten, en hoe kan het dat te weten komen? We weten het niet. Wellicht kan het onderwerp zijn van meerdere doctoraten en onderzoeken in de kunsten. De consequentie is voorlopig dat onderzoek in de kunsten geen afgebakend terrein heeft waarop het kan staan – om de metafoor van Coleman te gebruiken. Het is puur avontuur.
Een ander ARIA-seminarie, Territory and Adventure, dat bovenstaand citaat van Coleman als uitgangpunt nam, leerde wel dat zo’n basis nodig is. Zowel jazzmuzikant Ben Sluis, beeldend kunstenaar Koen van den Broek, fotograaf Bert Danckaert als theatermaker Lucas Vandervost, lieten eensgezind hun werk begrijpen als een spel met de tradities van hun discipline. Om te spelen met de regels van de kunst heb je die regels dus wel nodig. Vervolgens is er voldoende lef vereist om ze vakkundig aan je laars te lappen. Maar het kan ook anders. Dat leerde Escape the Model, een seminarie waarin componisten, theatermakers en beeldend kunstenaars hun verhouding tot repertoire uit de doeken deden. Het verschil tussen de verschillende kunstdisciplines was opmerkelijk. Terwijl componist Frank Agsteribbe liet zien hoe het statuut van een muziekpartituur in de vroege twintigste eeuw verschoof van descriptief naar prescriptief, demonstreerden theatermakers hun meer vrijgevochten ‘geworstel’ met het theaterrepertoire. Bijzonder verfrissend was daarna de haast naïef klinkende getuigenis van beeldend kunstenares Anne-Mie Van Kerckhoven. Zij lijkt haar werk in een historisch vacuüm te creëren. Pas na de creatie gaat ze op zoek naar de tradities die haar actuele creaties kunnen ‘verklaren’. Van Kerckhoven keert Colemans statement dus om: eerst is er het avontuur en daarmee bepaal je je eigen territorium.
Wat leert dit over epistemologie? Het antwoord verschilt wellicht per kunstdiscipline. Bestaat er wel één epistemologie voor het onderzoek in de kunsten? Of ligt de sleutel tot het epistemologisch begrip van het onderzoek in de kunsten juist in het singuliere karakter van die kunsten? Wat voor kennis levert het op wanneer we door de hoogst subjectieve bril van een kunstenaar kijken? Naar het resultaat van zo’n epistemologische queeste moeten we voorlopig raden. Wel delen we het sterke vermoeden dat de manier waarop het artistiek onderzoek de wereld begrijpt wel eens grondig zou kunnen verschillen van de ‘klassieke’ wetenschappen. De moeite waard dus om het avontuur te beginnen.
Dit zomernummer van FORUM+ geeft alvast opnieuw inkijk in de avontuurlijke onderzoekskeuken van enkele kunstenaars uit diverse disciplines. Theatermaker Willem de Wolf doet verslag van het eerste Lesfestival voor acteurs en herijkt de relatie tussen opleiding en het veranderende theaterlandschap. Documentairemaker Ellen Vermeulen reflecteert over de ethiekvraag, nadat haar film over een vluchtelingenboot gecensureerd dreigde te worden. En componist en cellist Stijn Saveniers blies de operette nieuw leven in en herinnert ons aan de relevantie van dit historisch genre. Dit nummer bevat ook een dossier over een onderzoeksproject waarin jonge fotografen de dialoog aangingen met het fotoarchief van Museum Mayer van den Bergh. Docent en critica Inge Henneman gaat in haar kadertekst op zoek naar de fotograaf van het kastelenboek uit diezelfde collectie. Voor de rubriek Ex Libris diepte Jan Dewilde deze keer een driestemmig Gents volkslied uit het archief. En we publiceren opnieuw enkele recensies: Benjamin Verhoeven bespreekt de recente vertaling van Wagners Geschriften over theater; Johan Pas evalueert de fototentoonstelling Van Broodthaers tot Braeckman en de bijhorende publicatie, beide het resultaat van een doctoraat in de kunsten; Yannick Geens bezocht het onderzoeksfestival ARTICULATE en formuleert enkele suggesties tot verbetering; Jan Dewilde ten slotte las met kritische bril de pas verschenen biografie van Wannes Van de Velde.