Dit artikel verscheen in FORUM+ vol. 29 nr. 1, pp. 40-50
Release me of my passport. Co-creatie in een meertalige en meerstemmige groep kunstenaars
Jozefien Stevens, Ruth Loos
Sint Lucas Antwerpen en De Connectie (Fameus) delen hun ervaringen over participatief creëren met een meertalige groep van studenten en artistieke nieuwkomers. Hierbij is aandacht voor niet-westerse kunstreferenties- en vormen, meerdere talen en hun schriftsystemen. De boodschap van de talige artistieke creaties in de (semi-)publieke ruimte is telkens een uitnodiging om de ander en het andere welkom te heten. Ook deze tekst is een uitnodiging: om hiërarchieën te laten varen, verkramptheid rond taal opzij te zetten, de artistieke canon te verbreden.
Sint Lucas Antwerp and De Connectie (Fameus) share their experiences about participatory creation with a multilingual group of students and artistic newcomers. Attention will be paid to non-western art forms, multiple languages and their writing systems. The message of the linguistic artistic creations in the (semi-) public space is always an invitation to welcome the other and the otherness. This text, too, is an invitation: to abandon hierarchies, to put aside cramped language, to broaden the artistic canon.
Vanuit de nood aan verbinding tussen het kunstonderwijs en het sociaal-culturele middenveld besloten Sint Lucas School of Arts Antwerpen, met als trekker Ruth Loos, en De Connectie (Fameus), met als trekkers Jozefien Stevens en Adams Mensah, enkele jaren geleden om samen te werken. We delen een zorg om de superdiverse, meertalige Antwerpse realiteit en zoeken binnen een kunstencontext, of deze nu professioneel is of niet, naar een omgang hiermee. We zetten in op een positieve benadering van meertaligheid en hechten daarbij belang aan een openheid voor meerdere referenties en niet-hiërarchisch denken wat kunstvormen betreft, of ervaringen met kunst. Als auteurs spreken wij hier vanuit onze praktijkervaring als initiators, trekkers, organisatoren van drie gezamenlijke projectweken: een eerste op de campus van Sint Lucas Antwerpen, een tweede op de site van Fameus en een derde op de Archipelsite. Onderweg leerden we veel over tal van aspecten van taal. We delen hier graag onze (praktijk)bevindingen waarbij we twee perspectieven, dat van de kunsthogeschool en dat van De Connectie, verweven. Vanuit het oogpunt van de kunsthogeschool werken we aan het verbreden of doorbreken van de artistieke canon en zetten we in op interculturele vaardigheden. Vanuit De Connectie staat de zoektocht naar hoe anderstalige nieuwkomers aansluiting kunnen vinden bij de kunsten voorop.
Omdat de werking van een kunsthogeschool voor dit tijdschrift algemener bekend is dan die van De Connectie, stellen we voorafgaand graag De Connectie voor, een werking van Fameus in samenwerking met Team Vervolgtraject van Atlas, Integratie & Inburgering Antwerpen. De opzet van deze werking binnen Fameus is artistieke nieuwkomers wegwijs maken binnen het culturele landschap in Antwerpen. Hiervoor worden trajecten op maat uitgewerkt per deelnemer. Er gaat steeds specifieke aandacht uit naar tijd en ruimte om de eigen artistieke beeldtaal te ontwikkelen en het werk te presenteren. Daarnaast adviseert De Connectie culturele organisaties in het werken met nieuwkomers om de noden op elkaar af te stemmen.
De Connectie krijgt veel vraag van organisaties die graag met nieuwkomers willen werken. Om hun kennis en ervaring breder te delen wordt er momenteel een handleiding uitgewerkt binnen het kader van het Demos & Cera Impulsprogramma. Hierbij zijn er aandachtspunten als: inzetten op co-creatie en de inhoud (intercultureel) mee laten bepalen door de mensen met wie je wilt werken; rolmodellen zoeken binnen je organisatie of ze uitnodigen; positief focussen op meertaligheid in plaats van anderstaligheid; nagaan in hoeverre jouw organisatie zelf diversiteit representeert; je bewust zijn als organisatie van verschillende drempels met betrekking tot taal, communicatie, tijd, middelen, levenssituaties; inzetten op duurzaamheid vertrekkende vanuit de noden van de kunstenaars zelf in plaats van de noden van de organisatie.
Via een eerder descriptieve omschrijving van drie gezamenlijke projectweken (inclusief aspecten van voorbereiding en communicatie) zullen we naast de sociaal-maatschappelijke dimensie van taal ook de artistieke component van talen en hun schriftsystemen bespreken die deel uitmaakten van de opzet van elke projectweek. Niet alleen is de groep deelnemers (studenten en nieuwkomers) telkens meertalig, ook de artistieke focus van de drie projectweken raakt op diverse manieren aan taal. Daarnaast is co-creatie een deel van elke week, weliswaar in verschillende fases en gradaties van participatie.
Taal betekent voor ons kijken naar verschillende dimensies en contexten van taal: letterlijk & figuurlijk, artistiek & sociaal, en het betekent ook stilstaan bij de insluitings- en uitsluitingsmechanismen die komen met taal. We spreken niet alleen over taal, of talen en hun schriftsystemen, maar denken hierbij eveneens aan beeldtalen, referenties en canons; aan stemmen en welke onder- of oververtegenwoordigd zijn; aan Nederlandse taaloefenkansen versus blij zijn je moedertaal te horen; aan ongeschreven regels, toon, volume en woordkeuze of specifiek taalgebruik naargelang de context en het doel.
In het samenzijn wordt spontaan getolkt voor elkaar. Hiermee installeert zich een horizontaliteit in de groep van studenten en nieuwkomers en worden rollen opgenomen vanuit ieders krachtpositie.
Over de drie projectweken heen zien we een evolutie in het cross-sectorale samenwerken waarbij in de zijlijn samen subsidiedossiers schrijven en deel uitmaken van elkaars lerend netwerk, de dialogische samenwerking verdiept. Los van een herbekijken van het taalgebruik in het algemeen, zien we dat afhankelijk van de (organisatie)context en de finaliteit van de activiteit en wie er al dan niet mee aan tafel zit, bepaalde omschrijvingen wel of niet langer gehanteerd worden of gewoon niet relevant zijn. Een voorbeeld: kunsthogescholen proberen te dekoloniseren en werken aan diversiteit en inclusie, daar waar diversiteit een groot deel uitmaakt van de identiteit van Fameus. Dit vertaalt zich tevens in het jargon dat gehanteerd wordt. Of we merken hoe kunsthogescholen nog vasthouden aan aparte of specifieke disciplines en bepaalde kunstvormen en aan een specifieke hiërarchie van kunstvormen en expressies, maar ook aan een verouderde tegenstelling tussen ‘professionele’ en ‘amateurkunsten’ en tussen ‘hoge’ en ‘lage’ kunsten. Daarnaast zien we dat een verjonging en verbreding van de eurocentrische canon zich opdringt, overigens ook aangegeven door studenten van kleur.
Op de projectweken (en bredere driejarige samenwerking) kunnen we terugblikken als een zoektocht waaruit we veel leerden en dit om in de toekomst onze communities nog meer in elkaars werking te verankeren en door te trekken doorheen meerdere activiteiten tijdens het jaar. Voor De Connectie blijft het goed om aan te sluiten bij het reguliere kunsten- en onderwijsveld, voor Sint Lucas Antwerpen blijft het goed om een andere realiteit te leren kennen waarin fluïder gedacht, gevoeld en gecreëerd kan worden.
We hebben al eerste stappen gezet door buiten de context van de projectweken studenten, alumni en artistieke nieuwkomers, alsook plekken, werkingen en projecten te verbinden. We hebben daarbij oog voor duurzaamheid waarbij we wikken en wegen om iets ‘klein en traag’ te houden, of om iets groters uit te werken. In onze samenwerking leren we elkaars noden, verwachtingen, drempels, werkpunten kennen en versterken we elkaar in de zorg voor een inclusiever kunstenveld; waarbij ook de keuze voor een vegetarische receptie met virgin mojito een meer inclusieve keuze kan zijn!
Projectweek 1
(2018-2019, campus Sint Lucas Antwerpen)
أهلا وسهلا
(welkom)
‘May you arrive as part of the family, and tread an easy path as you enter’
In het kader van het project Break The Canon Make The Canon werden onder andere enkele mooie ‘KHATT Books’-uitgaven toegevoegd aan de collectie van de Sint Lucas Antwerpen-bibliotheek. Deze zouden het uitgangspunt worden voor de eerste gezamenlijke projectweek binnen onze samenwerking met studenten uit de drie eerste bachelorjaren en deelnemers van De Connectie. KHATT-books brengt uitgaven over kunst en ontwerpen uit de MONA-regio (Midden-Oosten & Noord-Afrika).
Vanuit deze ‘boekenopzet’ gaan we samen al tekenend, schilderend en schrijvend aan de slag. Grasduinend in de boeken maken we (althans voor de meeste deelnemers van Sint Lucas Antwerpen) kennis met andere artistieke keuzes, parameters, strategieën, hiërarchieën; andere relaties tussen beeld en referent in de werkelijkheid; niet-lineair perspectief & narratief; een ander alfabet en andere leesrichting; kalligrafie en calligraffiti; een andere kunstgeschiedenis.
Er is ruimte en tijd om individueel te werken, in duo’s en in groepen. De gehele groep samen zal co-creatief twee werken realiseren. Er komt een muurschildering in een gang op de campus van Sint Lucas Antwerpen waarbij alle deelnemers beeldmotieven selecteren om deze samen te brengen tot één ontwerp. Er worden vijf verschillende talen gekozen uit de talen aanwezig in de groep, en met bijhorend schriftsysteem wordt zo het woord ‘welkom’ verwerkt in het ontwerp: Arabisch, Perzisch, Hindi, Turks, Nederlands en Engels. Van deze muurschildering wordt een ‘welkomstpostkaart’ gedrukt om uit te delen. Daarnaast maken we een leporello met van elke deelnemer een tekening volgens bepaalde, samen vastgestelde parameters.
Tijdens de week passeert ook A Thousand Times No van Bahia Shehab die rolmodel zal zijn in de tweede projectweek en waarbij we kennis maken met haar politieke graffiti. We kijken naar het werk van alumnus Gilani Raja die zijn tekeningen presenteert rond Shahriyar & Shahrazad en opgemerkt wordt als rolmodel. En Mariam Erit toont ons haar tekenkunsten op andere dragers dan papier via het henna schilderen.
Wat de deelnemers zelf betreft zien we hoe Reza zijn selectie Perzische poëzie ter plaatse kalligrafisch uitwerkt en horen we hoe hij (Iran) en Mohammad (Afghanistan) in Dari spontaan tolken voor elkaar. We horen ook hoe Nederlands, Frans en Turks elkaar afwisselen. En we zien hoe Sint Lucas Antwerpen-studenten en deelnemers van De Connectie ideeën beginnen uitwisselen over kunst en over hun eigen werk.
Voor een deelname aan een culturele activiteit, workshop of een projectweek als deze spreekt De Connectie met hun groep nieuwkomers vanuit een focus op artistieke interesse en verbinding in plaats van andere kenmerken als leeftijd, taal, achtergrond, eventueel religie en noem maar op. Dit zorgt ervoor dat een zeer diverse groep mensen op een gelijkwaardige manier en vanuit een artistieke focus gaat samenwerken; wat steeds zeer positief ervaren wordt door de deelnemers zelf. Het belangrijkste hierbij is een omgeving creëren van warmte, vertrouwen en respect. Dat die groep telkens meertalig is, is geen te overwinnen hindernis, maar vraagt een ander soort aandacht en creëert een ander soort samenzijn.
In het samenzijn wordt namelijk spontaan getolkt voor elkaar. Hiermee installeert zich een horizontaliteit in de groep van studenten en nieuwkomers en worden rollen opgenomen vanuit ieders krachtpositie. Als er geen gedeelde spreek- of schrijftaal gevonden wordt, schakelen de deelnemers over naar gebarentaal of tekenen. Taal is hier bij uitstek een kans om na te denken over machtsrelaties (insluitings- en uitsluitingsmechanismen), maar ook een aanleiding voor nieuwe verbindende groepsdynamieken. Een gelijkaardige dynamiek zien we herhaald in het spontane ontdekken en opnemen van rollen tijdens het participatieve creatieproces zelf.
Voor ons als organisatoren vanuit twee verschillende velden met andere finaliteiten (onderwijs en sociaal-culturele) is de samenwerking tevens een kennismaking met aspecten van communicatie over het project. Vanuit de kunsthogeschool wordt er specifiek jargon gebezigd in de communicatie met deelnemende studenten. Dit is echter tekstmateriaal dat niet per se bruikbaar is voor de groep deelnemers van De Connectie. Een tekst ondergaat zo meerdere vertaalslagen. Voor de algemene werking van De Connectie kijkt ook Atlas mee met betrekking tot het gebruik van ‘klare taal’. In de volgende projectweken bekijken we de communicatie in een vroeger stadium meer tezamen.
Een ander aspect betreft de communicatie over de projectweek naar de buitenwereld toe en de vraag of dit al dan niet nodig is. Vanuit Sint Lucas Antwerpen besluiten we bewust de projectweek niet naar buiten toe te delen, laat staan deze te delen als een projectweek ‘met nieuwkomers’. Veel organisaties, inclusief de kunsthogescholen, worstelen nog steeds met het thema diversiteit en de vraag hoe je inclusief maar toch eerlijk kan communiceren over het al dan niet ontbreken van diversiteit in je organisatie wanneer je daar tegelijkertijd sterk op wilt inzetten.
Ook de Connectie is zoekende hierin en gebruikt vandaag niet langer ‘anderstalige artiesten’ of ‘artistieke nieuwkomers’ maar ‘artiesten van De Connectie’. Afhankelijk van de finaliteit kan het soms wel relevant zijn om ‘nieuwkomers’ of ‘anderstalig’ te vermelden, wetende dat ‘anderstalig’ er maar van afhangt welke taal je als referentiepunt neemt. Bovendien zijn veel nieuwkomers meertalig, maar niet per se meertalig in ‘witte statustalen’ zoals Engels en Frans. Meertaligheid kent verschillende soorten waardering in de maatschappelijk politieke ruimte, afhankelijk van welke talen het zijn.
En terwijl we dit artikel schrijven werkt De Connectie aan een participatieve video over hun werking. In plaats van zelf als organisatie en zonder overleg de werking ‘aantrekkelijk’ voor te stellen, wordt deze video geregisseerd en bedacht door artiesten van De Connectie zelf. Het is een participatief proces waarbij de artiesten zelf bepalen wat er in de video aan bod zal komen. Ze schrijven samen een scenario waarbij je via een verhalende vorm te weten komt wat het kan betekenen om als nieuwkomer je weg te moeten zoeken binnen het culturele landschap van Antwerpen. In deze groep van in totaal vijftien betrokken artiesten zijn er een tiental verschillende nationaliteiten en bijhorende talen aanwezig. Daarnaast werken ze allemaal vanuit verschillende kunstdisciplines (theater, comedy, dans, muziek, illustratie, keramiek, enzovoort). Bij elke bijeenkomst wordt er spontaan voor elkaar vertaald, en vaak worden visuele ideeën in acterende vorm aan elkaar uitgelegd.
In het algemeen ervaart De Connectie dat voor jonge nieuwkomers het aanbod van kunst weinig gecommuniceerd wordt. Vaak worden ze meer geïnformeerd over activiteiten rond sport en spel. De Connectie zet hier actief op in door langs te gaan bij OKAN-scholen (Onthaalklas voor Anderstalige Nieuwkomers) om meer over het culturele aanbod te vertellen. Twee jonge deelnemers uit de groep zullen na deze eerste projectweek kunst gaan studeren terwijl dit voor hen aanvankelijk geen denkpiste was. Het kunnen kennismaken met een kunstencampus, (voor even) toegang hebben tot faciliteiten en anderen ontmoeten, tijd hebben om te focussen op het artistieke, kunnen socialiseren en ook kennismaken met ongeschreven regels wordt heel positief ervaren. Voor ‘oudere’ deelnemers spelen soms complexe levenssituaties een rol waardoor ze zich niet op elk moment kunnen engageren: opgeroepen worden door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen in Brussel bijvoorbeeld, een lastminute-afspraak met het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW), Nederlandse taalles, gezinssituatie, enzovoort. Dit is een aspect om rekening mee te houden als je met nieuwkomers werkt, en net zoals de omgang met taal vraagt het een bepaalde flexibiliteit.
Een aantal studenten liet weten hoe hun ogen opengingen door in aanraking te komen met geheel andere levenssituaties, hoe goed het was om kennis te maken met andere kunstreferenties en zeker ook om co-creatief werk te kunnen realiseren.
Projectweek 2
(2019-2020, site Fameus)
كل قلوب الناس جنسيتي ... فلتسقطوا عني جواز السفر
‘All the hearts of the people are my identity -
release me of my passport’
De tweede projectweek ontvouwt zich op de site van Fameus. De week is ingebed in Integrated, de tweejaarlijkse designconferentie georganiseerd door Sint Lucas Antwerpen. Samen met de Egyptisch-Libanese Bahia Shehab als uitgenodigd spreekster, kunsthistorica, kunstenares en activiste beslissen we in Antwerpen een handgemaakte typografische muurschildering te realiseren binnen het kader van haar reeks muurschilderingen in de publieke ruimte in tal van andere steden en werelddelen waarbij het werk van de Palestijnse dichter Mahmoud Darwish wordt gevierd.
Rond deze projectweek staat een waaier van activiteiten die op elkaar inspelen en een grotere groep deelnemers bereikt, tot en met de buurtbewoners. Er is Shehabs lezing op Integrated; alumni Gilani Raja, Joud Toamah en Imane benyecif K presenteren Break The Canon Make The Canon; we screenen de documentaire Nefertiti’s Daughters. A story of women, art, and revolution met onder andere werk van Shehab; studente Esther Weidenbaum verzorgt een workshop droge naald, docent Johan Luyckx verzorgt een workshop fotografie met deelnemers van De Connectie die meteen het proces van de week capteren en presenteren op de officiële inhuldiging van de muur; Dansende Samenleving die vanuit hedendaagse dans nieuwe en oude Antwerpenaren samenbrengt, gaat performatief aan de slag met het gekozen vers van Darwish.
Tijdens de week wordt een extra activiteit uitgewerkt, met name een avondlijke graffititour waarbij we aan de slag gaan met de ‘no to’ stencils van Shehab uit haar reeks A Thousand Times No. Onder andere in Park Spoor Noord laten we Arabischtalige boodschappen achter. We zien het contrast aan graffitistijlen en leren bij over het indrukwekkende street art-activisme tijdens de Egyptische revolutie. ‘No’ in het Arabisch is het woordje ‘la’ ( لا ), een ligatuur van de letters laam ل en alif ا . Deze ‘no to’s’ worden vervolgens door Shehab vervolledigd met andere woorden: zoals ‘no to borders’, ‘no to racism’, ‘no to …’ in een specifiek ontwerp van haar. Ook op de campus van Sint Lucas Antwerpen gaat men aan de slag met de ‘no to’-stencils, met zorg begeleid door graficus Gerard Leysen.
De realisatie van de grote muurschildering kent tijdens de voorbereidingsfase en tijdens het aanbrengen van de quote zelf verschillende vormen en gradaties van participatief werken. Ook de context verschilt erg van street-activisme. We moeten voor deze muurschildering toestemming vragen aan de eigenaars van het gebouw (AG VESPA).
De keuze voor het specifieke dichtvers van Darwish gebeurt dan weer op basis van een voorafgaande bevraging in het Antwerpse naar de ‘mood of the city’ en wat kunst kan betekenen in de publieke ruimte. Vervolgens ontwerpt Shehab een unieke en nieuwe typografie en globaal design op maat van de site van Fameus om zo haar subtiel maar helder verzet naar de Antwerpse straten te brengen. Het gekozen vers van Darwish is treffend voor de werking van (niet alleen) De Connectie, omdat het ‘identiteit’ verbindt met ‘het hart’, maar ook met (de problematiek van) ‘het paspoort’.
In de sprekende kleuren wit en rood bereidt zij een gespiegeld design voor, geheel passend op de twee zijmuren van de inkomhal bij Fameus. Eén muur zal de tien meter lange quote dragen. Shehab transformeert de poëzielijn tot een visueel beeld dat verwijst naar de hartslag en ze integreert deze ‘kloppende’ typografie in een wit lijnenspel verwijzend naar de streepjescodes en het scannen van paspoorten. Ze behoudt bij de manipulatie van het schrift ingenieus de leesbaarheid van het vers: op het eerste gezicht lijkt de tekst helemaal beeld te zijn, maar wie weet heeft van het werk en wie het Arabisch meester is, kan met enige inspanning ontcijferen wat er staat. Shehabs jarenlange onderzoek naar de vele vormen van Arabische letters zet zij om tot een nieuw en vernieuwend typografisch beeld.
De grote gezamenlijke uitdaging begint met het klaarzetten van de muren en het overbrengen van het design in de (open) inkomhal van Fameus direct grenzend aan de straat. Het natte en koude weer is niet direct een hulp, maar doet ons eens te meer opwarmen aan elkaar en genieten van de warme soep bereid door de collega’s Laura Braspenning & Inge Van Ermengem van Sint Lucas Antwerpen. Het samen schilderen is het moment waarop ontmoeting en uitwisseling plaatsvinden, voor Shehab een heel belangrijk deel van het werk, net als voor ons. Talig kunnen communiceren is niet altijd een voorwaarde om goed samen te zijn. Samen een ladder vasthouden, of dicht tegen elkaar in de vochtige koude zich ontfermen over de details van één letter is ook goed, net zoals verrast worden door een Arabischtalige buurtbewoner die te hulp schiet en ons elke dag opnieuw vervoegt. Gedurende de hele week wordt het een spontaan komen en gaan waarbij deelnemers, studenten, medewerkers, docenten en stadsgenoten mixen en verschillende talen exploreren. Elke geïnteresseerde deelnemer kan kiezen wanneer en hoe lang zij willen meewerken en in welke rol: het grove schilderwerk, de fijne lijntjes trekken of gewoon meevolgen met een warm kopje thee of koffie van op afstand. Er is veel ruimte om zowel actief als passief deel te nemen.
Op de officiële inhuldiging zien we het werk van de nieuwe fotografen, de performance van Dansende Samenleving, en wordt het volledige gedicht waaruit de quote van Darwish komt simultaan voorgedragen in het Arabisch en in het Engels. De muurschildering is nog steeds te bezichtigen tijdens weekdagen in de Zirkstraat en ze trekt nog steeds de aandacht, ook bij (nieuwe) deelnemers van De Connectie die een eerste keer op de site van Fameus toekomen en het vers herkennen. Dit brengt telkens een interessant gesprek voort.
Wat de communicatie betreft van deze projectweek gebruiken we de website van Fameus als uitvalsbasis en communiceren we een aankondiging in verschillende talen: Nederlands, Engels, Arabisch, Spaans, Frans. Deze basiscommunicatie met context en uitleg is een eerste communicatie maar verder worden er niet nog extra vertalingen voorzien. Sowieso gebruikt De Connectie voornamelijk WhatsApp om met deelnemers te communiceren, en dit om verschillende redenen. Veel nieuwkomers beschikken enkel over een gsm en niet een computer, vaak is er een vertaalslag nodig naar concrete acties of verwachtingen. Verdere afspraken worden dus niet per mail gemaakt zoals dat wel met de studenten gebeurt bijvoorbeeld. Daarnaast is WhatsApp (of een andere berichtapp) heel gebruiksvriendelijk als je snel wilt vertalen. Google Translate (of een andere vertaalapp) wordt echt veel gebruikt en bewijst zijn diensten. Ook voor deze projectweek zijn er dus verschillende soorten teksten die circuleren en verschillende kanalen om te communiceren.
Deze projectweek vormt bovendien de basis voor een driejarige Erasmus+-samenwerking tussen Sint Lucas Antwerpen en The American University of Cairo waar Shehab werkt. Ruth en Bahia verkennen, met een focus op het Arabisch, de ‘subjectieve’ dimensies van schriftsystemen onder de titel Reading Scripts Outside Dictionaries.
Projectweek 3
(2020-2021, Archipelsite)
تعال، تعال كما أنت
مثل عاصفة رعدية في مايو
صوت واحد يتحدث ألف لغة
‘Come, come as you are
Like a thunderstorm in May
One voice speaks a thousand languages’
Voor deze projectweek nestelen we ons coronaproof op de Archipelsite in Antwerpen-Noord – voor beide (De Connectie en Sint Lucas Antwerpen) een ‘externe’ locatie en met dank aan Sarah Dandois en Bram Rombouts van Rooftoptiger (zie ook hun Toren van Babel-project) die ons behulpzaam ontvangen. We vervolledigen het team met VOEM vzw via Zahra Eljadid. Vier organisaties slaan cross-sectoraal de handen in elkaar voor een groot kunstwerk op de buitenmuur van de Archipelsite in het noorden van Antwerpen. Rolmodel deze keer is DemaOne. Deze Brusselse calligraffiti-kunstenaar begeleidt wereldwijd participatieve projecten in stedelijke context.
Het is opnieuw een project waar kalligrafie en graffiti, oosterse en westerse referenties, verhalen en talen elkaar ontmoeten. Calligraffiti is een samentrekking van kalligrafie en graffiti en is een kunstvorm die kalligrafie, typografie en graffiti combineert. Een vorm die ook Shehab exploreert. Specifiek in de MONA-regio is er een sterke traditie ontwikkeld om boodschappen in de publieke ruimte te brengen, waarbij er een evenwichtsoefening is tussen het totaalbeeld, taal als beeld enerzijds en de leesbare sociale, culturele, politieke al dan niet subversieve boodschap anderzijds.
Een groep van een vijftiental deelnemers (jonge kunstenaars van De Connectie en van Open Design Course for refugees and asylum seekers KASK Gent en (Erasmus-)studenten van Sint Lucas Antwerpen) experimenteren een week lang en werken hard aan een meer dan vijftien meter lange quote in calligraffiti-stijl; in hout uitgezaagd en afgewerkt in de kleuren rood en oranje met gouden accenten. Het werk weerspiegelt de focus op meertaligheid en verbinding, de diversiteit van de organisaties, de verschillende jonge deelnemende kunstenaars en communiceert ook met de wijk Dam.
Inhoudelijk is de volledig participatief samengestelde quote via boeiende vertaalprocessen tot stand gekomen van (onder andere) volgende talen in de groep: Russisch, Spaans, Portugees, Arabisch, Engels, Frans, Turks, Nederlands. De verschillende talige achtergronden leiden bij de deelnemers tot interessante gesprekken over bijzonderheden van begrippen en referenties in de moedertaal. Waar voor sommigen het fijn is om Nederlands te verkennen, is voor anderen het horen van de eigen moedertaal, of de moedertaal nog eens kunnen spreken, een verademing. Dat er niet altijd één gedeelde taal is, is hier opnieuw geen issue. En de meertaligheid is een kwaliteit en rijkdom van de groep waarmee effectief gewerkt wordt vanuit artistiek oogpunt. In het samen bedenken van een quote komen ook verschillende schriftsystemen langs: Arabisch, Cyrillisch, Latijn tot en met het Japanse schrift. Op de uiteindelijk Engelstalig uitgewerkte quote worden extra ‘gouden’ woorden in andere talen en schriftsystemen toegevoegd. Op vormelijk vlak wordt er, na aparte workshops rond kalligrafie en graffiti, gebrainstormd en gekozen voor één specifieke artistieke benadering.
Wat de realisatie betreft van het graffitikunstwerk is dit de meest participatieve en co-creatieve projectweek, onder de zachte maar besliste begeleiding van DemaOne. En zoals we zien hoe meertaligheid leidt tot het spontaan opnemen van vertaalrollen (en de juiste toon zet voor een goede samenwerking en uitwisseling), zo wordt ook voor de praktische realisatie van het kunstwerk als vanzelfsprekend en niet gestuurd gewerkt vanuit sterktes. Deelnemers schieten elkaar spontaan te hulp en er installeert zich een horizontaliteit in de groep en een gedeelde verantwoordelijkheid. Opwarmen doen we aan warmtekorven, steeds fijne momenten om ervaringen en verhalen te delen.
Gedurende de hele week verbroederen/verzusteren we met een andere groep kunststudenten van Sint Lucas Antwerpen en artiesten van De Connectie op de Archipelsite die voor de voltallige groep ter plaatse koken – een samenwerking met het Veggie is Halal-project van VOEM en getrokken door Laura Braspenning van Sint Lucas Antwerpen en Mohamed Barrie van VOEM. Ook hier vinden diverse talen, achtergronden en expertises elkaar. In dit tweede project wordt co-creatief een design ontworpen voor de verpakking van iftar-maaltijden. Deze worden gerealiseerd tijdens de maand Ramadan waarbij iftar-maaltijden op diverse punten (waaronder Sint Lucas Antwerpen, een aantal moskeeën) kunnen worden afgehaald.
Door de driejarige samenwerking zien we een community groeien. We zien deelnemers van De Connectie terugkomen. Waar Rahal aanvankelijk een workshop fotografie volgde via docent Johan Luyckx, is hij nu diegene die voor De Connectie het proces van de week capteert. Helaas is het zo dat mensen in afwachting van papieren geconfronteerd kunnen worden met een negatieve beslissing, situatie of tegenslag waardoor zij hun parcours moeten omgooien. Rahal, die vaste videograaf is geworden bij De Connectie, is momenteel al een hele tijd niet bereikbaar. Mensen kunnen van de radar verdwijnen en dan kan je alleen maar hopen dat ze het goed stellen.
Langs de andere kant zien we deelnemers van Open Design Course starten als student op Sint Lucas Antwerpen en zijn er studenten van Sint Lucas Antwerpen die de weg vinden naar andere projecten van De Connectie en Fameus. Ook een studente fotografie van Sint Lucas Antwerpen kan via haar aanwezigheid bij deze projectweek een stage volgen bij VOEM met hun grote netwerk aan kunstenaars gerelateerd aan de MONA-regio.
Wat communicatie betreft naar de buitenwereld toe zijn we in deze coronatijden extra voorzichtig en terughoudend en communiceren we pas nadat het project is afgelopen is. In onderling overleg met alle betrokken organisaties maken we een tekst op, selecteren we beelden enzovoort. We zoeken samen naar de juiste formulering en toon en gebruiken opnieuw de website van Fameus als basis om naar terug te koppelen. Het uiteindelijke resultaat, de artistieke output, is net zoals de muurschildering van de tweede projectweek een toevoeging aan de publieke ruimte, in dit geval de Archipelsite en de wijk Dam. Je kan het werk nog steeds vrij bezichtigen en proberen ontcijferen in de Lange Lobroekstraat.
Code-switching
We zijn er ons van bewust dat de artistieke projectweken zoals wij ze nu konden organiseren in een eerder vrije context zich gemakkelijker lenen om te werken in en rond meertaligheid dan in bijvoorbeeld een louter theoretisch kader. Bovendien is het afhankelijk van welke meertaligheid en of er al dan niet één gedeelde taal is in de groep. Engels, Nederlands en eventueel Frans worden op de Vlaamse kunsthogeschool gemakkelijk door elkaar gebruikt in de lessen. In de wandelgangen tussen studenten horen we meer talen.
De meertaligheid bij De Connectie, en tijdens onze gezamenlijke projectweken, is steevast een mix van oosterse en westerse talen, met steeds meerdere schriftsystemen. We weten dat on the spot vertalen tijd, en belangrijker nog: een context van vertrouwen en een meer horizontale samenwerking vraagt, wat niet in eender welk kader gerealiseerd kan worden. Het gaat hier niet over meertaligheid as such, maar tevens het werken met nieuwkomers die hier nog hun weg aan het zoeken zijn en vaak in een complexe levensfase of levenssituatie zitten. Dit vraagt om een andere aandachtigheid, zorg en openheid. En daarnaast trekken we ons niet veel aan van de schotten tussen professioneel en amateur omdat deze grens heel dun en niet altijd relevant is, en er bij Fameus, hoewel een huis voor vrijetijdskunsten, heel wat professionals rondlopen, alsook onder de nieuwkomers.
Hoewel we nog steeds zoekende zijn en al denken aan een nieuwe projectweek wilden we onze ervaringen meegeven in de hoop dat het anderen stimuleert en dat er in het algemeen een soepelere omgang gevonden wordt met meertaligheid. We delen het ook omdat wij dit als stadsbewoners heel belangrijk vinden, al zeker als we aan de meertalige demografische realiteit van Antwerpen denken.
Naast een specifieke modus en attitude om te kunnen werken in en met meertaligheid, vergemakkelijkte het participatief creëren ook het werken in een meertalige groep, omdat er binnen deze context geen complexe discursiviteit verwacht wordt, maar creatieprocessen, beelden en beeldtalen gedeeld kunnen worden voorafgaand aan het spreken over. Als je een nieuwe of andere taal (nog) niet voldoende beheerst, is het moeilijk je kennis te delen. Focussen op de beeldtaal, de artistieke taal, geeft meer mogelijkheden om je kennis en ervaring te delen. De verschillende vormen en gradaties van participatie en co-creatie zijn voor ons heel leerrijk geweest, voornamelijk in relatie tot meertaligheid, en ook omdat co-creatie geen vanzelfsprekendheid is binnen het curriculum van een kunsthogeschool of het traject van De Connectie.
Meertaligheid blijft ons beroeren in de verschillende contexten of met betrekking tot de verschillende aspecten die we aangaven. Artistiek gezien lag de focus tot hiertoe op de visuele dimensie van meer dan één schriftsysteem; het beeldkarakter van de taal, de grenzen verkennend tussen leesbaarheid en onleesbaarheid, en contexten opzoekend buiten de grenzen van het boek, de poster enzovoort, met name de stad als drager.
De meesten van ons die hier opgroeien leren met hun moedertaal en al dan niet een tweede of derde taal slechts één schriftsysteem, het Latijnse. Echter, heel wat nieuwkomers (en een kleiner deel van de mensen met een migratieachtergrond) zijn vaak niet alleen meertalig; ze hebben ook kennis van meerdere schriftsystemen. Zij zijn meesters in code-switching op verschillende niveaus, of ze hebben dat noodgedwongen moeten leren.
In een superdiverse stad als Antwerpen gonzen op de straten verschillende talen. Het ‘geluidslandschap van de stad’ vertelt over een realiteit en deze realiteit is allesbehalve eentalig of Nederlandstalig. Corona bracht in het stedelijk landschap iets bijzonders teweeg: voor het eerst verschijnt er vanuit een overheid informatie in meerdere talen én schriftsystemen in de publieke ruimte.
Meertaligheid kent verschillende soorten waardering in de maatschappelijke politieke ruimte, afhankelijk van welke talen het zijn.
Code-switching kan betekenen dat je je moet buigen naar de heersende taal, maar het vindt eveneens spontaan plaats in informele contexten of subculturen zonder dat dit betekent dat je je moet conformeren aan één bepaalde taal en de daarbij horende logica en het gebruik. Het gebeurt in de projectweken met meertalige deelnemers en is sowieso een dagelijks aspect van de werking van De Connectie. Dit creëert een specifieke dynamiek waarbij grammaticale ordes en het vasthouden aan de juiste uitspraak overboord gegooid worden zonder dat dit een probleem is, of zonder dat dit als ‘fout’ wordt omschreven. Het levert zelfs momenten om de eigen taal te vernieuwen of ze wordt vernieuwd door nieuwe taalgebruikers. In een meertalige groep waar niet geconformeerd wordt aan één taal worden sprekers meer en anders uitgedaagd om het eigen talige referentiekader los te laten en een soepelere omgang te vinden met taal, meertaligheid en met de eigen taal. Het is een kans om stil te staan bij de eigen moedertaal en zich bewust te worden van de interrelationele verwachtingen die daarmee samenhangen. In het proces van het vertalen in een meertalige groep is er voor elke spreker een moment om woorden, concepten en sociaal-culturele gebruiken uit andere talen op te pikken en om bij te leren. Voorwaarde echter is een veilige context waar de groepsdynamiek dit mogelijk maakt; waar men zich vrij voelt om te spreken, geduldig is om te luisteren en samen te zoeken, en blij is om samen te vinden. Is dit niet het geval dan leidt het al te gauw tot uitsluiting en kruipt ieder in zijn eigen taalbubbel.
In een geglobaliseerde wereld, maar ook in de lokale realiteit van Antwerpen, is meertaligheid een feit, inclusief het gebruik van meerdere schriftsystemen. Hoe kunnen onze kunsthogescholen hier een betere omgang mee vinden? En specifiek, hoe kan dit in de praktijklessen van de beeldende kunsten (bijvoorbeeld grafisch ontwerp, communicatie, typografie, illustratie) en in de performatieve kunsten opgenomen worden; en wie kan dit opnemen? Studenten beeldende kunst bijvoorbeeld die hierop willen werken kunnen momenteel zelden ondersteund worden door iemand die onderlegd is in meer dan één schriftsysteem, of in het schriftsysteem dat de student naar voren schuift.
Er zijn ontwerpers die zich buigen over een ander schriftsysteem, echter zonder dit te kunnen lezen, laat staan de culturele dimensies en gelaagdheden ervan te kennen. Het referentiepunt blijft hier het Latijnse schriftsysteem en bijhorende parameters. Je kan hier zelfs van type colonialism spreken. Wat doe je bijvoorbeeld met een schrift dat van rechts naar links leest, dat geen onderscheid maakt tussen hoofdletter en kleine letter, waarbij ‘vet’ en ‘cursief’ best vanuit de eigenheid van het betreffende schrift ontworpen worden, waarbij eenzelfde letter verandert afhankelijk van de plaats in een woord, waarbij er een lange lijst is aan diakritische tekens, waarbij je niet zomaar eender hoe de letters kan manipuleren zoals je dat gewoon bent met het Latijnse alfabet, waarbij je niet kan onderscheiden of een font wel het ‘juiste’ font is…
En wat doe je met meertalige teksten in verschillende schriftsystemen? Worden de regels van het zetten van een tekst in het ene schriftsysteem opgedrongen aan het andere? Wordt er een gelijkwaardige of communicerende benadering gezocht met aandacht voor de bijzonderheden van elk schriftsysteem? Er liggen hier veel ‘dekoloniseer’-vragen voor ontwerpers en typografen. Voor de versie van dit artikel hebben we gekozen om alvast een eerste kleine oefening te maken door voor elk project de titel of de quote in het Arabisch op te nemen; voor vormgevers die niet vertrouwd zijn met dit schrift een kennismaking.
De kennis van andere talen dan de westerse en andere schriftsystemen dan het Latijnse is echter wel aanwezig in onze stad en onze school. Alsook andere kunstexpressies. En De Connectie zet specifiek in op het ontsluiten en delen van deze kennis, waar dit binnen het reguliere kunstenlandschap veel moeilijker is. Op een associërende manier heeft dit ook met taal te maken: letterlijk en figuurlijk niet de juiste taal spreken, niet de juiste beeldtaal bezigen, niet de juiste diploma’s of referenties kunnen voorleggen, dit zijn referenties die vanuit een witte blik niet herkend worden en dus niet geldig gemaakt kunnen worden. Het is daarom dat we als titel kozen voor Release me of my passport.
+++
Jozefien Stevens
heeft een master in de Agogische wetenschappen en studeerde af met het collectieve onderzoeksproject ‘TERPOCEEN, over jonge nieuwkomers in de stad’. Nu werkt ze voor De Connectie van Fameus, waar ze artistieke nieuwkomers begeleidt naar het culturele veld in Antwerpen. Ze heeft een grote interesse in hoe culturele activiteiten nieuwkomers kunnen helpen om hun weg te vinden en betekenis te geven aan hun nieuwe stad.
Ruth Loos
heeft een master in de Beeldende Kunst, een master in de Kunstwetenschappen en is doctor in de kunsten. Ze is docent en beleidsmedewerker Onderzoek en maatschappelijke dienstverlening op Sint Lucas Antwerpen. Ze studeert Modern Standaard Arabisch aan de avondschool en doet vrijwilligerswerk bij Atlas als taalbuddy voor nieuwkomers.